Achtergrond
Eerder dit jaar konden jullie lezen dat we op zoek waren naar een nieuwe onderzoeker voor de Universiteit Antwerpen. Die zoektocht was succesvol! Caro Mertens is gestart als nieuwe doctoraatstudent en zal zich verder verdiepen in de rol van mestcellen bij het prikkelbare darmsyndroom (PDS). Ook op onze infodag zal zij aanwezig zijn om meer uitleg te geven over de lopende studies in Antwerpen.
Voorlopers van het prikkelbare darmsyndroom
Het prikkelbare darmsyndroom (PDS) is al meer dan een eeuw gekend onder verschillende benamingen. In 1892 introduceerde Sir William Osler voor het eerst de term ‘muceuze colitis’ (ook wel ‘slijmerige ontsteking van de dikke darm’). Hij beschreef een ziekte van het spijsverteringsstelsel gekenmerkt door afscheiding van slijm, celresten en zogenaamd ‘darmzand’. Hij stelde dat de laag cellen die de binnenkant van de darm bedekken, het epitheel, normaal was. Patiënten (vaak vrouwen) waren hysterisch, hypochondrisch, of depressief en hadden last van hevige buikpijn.
Later, in de jaren 1920, werd de term ‘muceuze colitis’ nog steeds gebruikt, maar met een nieuwe omschrijving. Spastisch colon werd nu beschouwd als een vaak voorkomend kenmerk, dit is een verhoogde motiliteit (beweeglijkheid) van de dikke darm.
De term ‘prikkelbaar colon’ werd voor het eerst vermeld in studies uit 1929. Jordan en Kiefer beschreven hiermee een functionele aandoening van de dikke darm die bij 30% van de patiënten met maag- en darmziekten voorkwam. Deze patiënten hadden buikpijn en een verstoord stoelgangspatroon als gevolg van een abnormale motiliteit van de darm. De term ‘prikkelbaar colon’ werd gekozen omdat er geen aanwijzingen waren voor een ontstekingsproces, en de vroegere benaming ‘muceuze colitis’ dus niet langer geschikt was.
Eerste kennismaking met het prikkelbare darmsyndroom
De benaming ‘irritable bowel syndrome’ of IBS werd in 1944 ingevoerd door Alvarez. In het Nederlands spreken we over het prikkelbare darmsyndroom of PDS. Ook hij schreef de oorzaak van prikkelbare darmen toe aan een veranderde motiliteit van de darm. Alvarez verwees naar de darmen, omdat hij geloofde dat het probleem niet beperkt was tot alleen de dikke darm, in tegenstelling tot Jordan en Kiefer. Sindsdien is ‘prikkelbare darmsyndroom’ de gangbare benaming voor de aandoening.
Uitsluitend te wijten aan een abnormale motiliteit?
Tegen het einde van de jaren 80 werd duidelijk dat de symptomen van patiënten niet goed te verklaren waren door uitsluitend een abnormale motiliteit. Een belangrijke verandering in de omschrijving van PDS vond plaats met de komst van de Rome criteria. Vanaf dat moment worden PDS, en andere functionele maag- en darmaandoeningen, gedefinieerd in termen van symptomen die de patiënten vertonen, en niet uitsluitend van veranderde motiliteit. Sinds de jaren 90 is het onderzoek naar andere onderliggende mechanismen van PDS daarom enorm toegenomen, waaronder verhoogde doorlaatbaarheid van de darm en stoornissen van de darm-hersen interactie. Ook in Vlaanderen gebeurt er veel onderzoek naar PDS, interesse om deel te nemen aan onderzoek? Klik dan hier.
Bronnen
Maxwell PR, Mendall MA, Kumar D. Irritable bowel syndrome. Vol. 350, Lancet. Elsevier B.V. p.1691–5. (1997)
Jordan SM, Kiefer ED. The irritable colon. JAMA. 93:592–5. (1929)
Camilleri M. Irritable bowel syndrome: How useful is the term and the ‘diagnosis’’?’ Vol. 5, Therapeutic Advances in Gastroenterology. p. 381–6. (2012)
Drossman DA. What Does the Future Hold for Irritable Bowel Syndrome and the Functional Gastrointestinal Disorders? J Clin Gastroenterol. 39(Supp. 3):S251–6. (2005)