Wat is het?
Bij functionele defecatiestoornissen is er sprake van een paradoxale contractie (de spier trekt samen in plaats van te ontspannen) of onvoldoende relaxatie van de bekkenboden en/of onvoldoende uitdrijvende krachten (de drukopbouw in het laatste gedeelte van de darm die nodig is om de stoelgang te evacueren). Dit kan gepaard gaan met symptomen zoals hard moeten persen, een gevoel dat de darm niet helemaal leeg is of de noodzaak om de stoelgang met de vingers uit de darm te verwijderen. Behalve problemen met de stoelgang kan dyschezie ook zorgen voor moeilijkheden met plassen en seksuele betrekkingen.
Hoe stellen we de diagnose?
Net zoals bij het prikkelbare darmsyndroom zullen we andere aandoeningen uitsluiten door enkele vragen te stellen en eventueel aanvullende onderzoeken uit te voeren.
Rome IV criteria:
- Voldoen aan de criteria voor functionele constipatie of het constipatie subtype van het prikkelbare darmsyndroom
- Herhaaldelijk moeilijkheden met het uitdrijven van stoelgang zoals aangetoond kan worden met minstens twee van de volgende:
- Gestoorde ballon expulsie test
- Gestoorde anale manometrie
- Gestoorde evacuatie op beeldvorming
Wat is de behandeling?
Een goede toilethygiëne en gezonde levensstijl is voor iedereen belangrijk, maar bij functionele defecatiestoornissen zal dit altijd de eerste stap zijn in de behandeling. Enkele nuttige tips zijn het inlassen van een toiletmoment na de maaltijd, gebruiken van een krukje onder de voeten en de stoelgang zacht te houden (voldoende drinken en eventueel extra vezels innemen).
Wanneer er onvoldoende drukopbouw is dan kan het valsalva manoeuvre gebruikt worden. Hierbij blaas je op de rug van je hand, waardoor je een hogere druk in de buik creëert wat de uitdrijving bevordert. Wanneer deze maatregels onvoldoende zijn kan biofeedback of bekkenbodemkinesitherapie gebruikt worden. Hierbij worden de spieren hertraind en worden er technieken aangeleerd om de uitdrijving van de stoelgang makkelijker te maken.
Bron
Rome IV foundation